Want het slinkende aantal actieve mensen zal moeten aangevuld worden door meer vrouwen die uit werken gaan. Regeringen zullen allerlei maatregelen moeten uitvaardigen om het mogelijk te maken dat vrouwen nog meer dan nu buitenshuis gaan werken. De moeder die thuis blijft om voor de kinderen te zorgen was voor de generatie voor ons nog het meest voorkomende gezinsmodel, maar voor de generatie na ons zal het alleen voor behouden zijn voor heel rijke vrouwen. Dat dit geen sciencefictionverhaal is, bewijst de aanbeveling van Europa dat 60% van de vrouwen aan het werk moeten tegen 2010. België haalt amper 50% en zal dus nog een grote inspanning moeten doen, Nederland haalt 65% maar is dan weer de koploper in Europa wat betreft parttime werk. In België moet er dus meer vrouwen aan het werk en in Nederland moeten de vrouwen meer uren buitenshuis werken. Kortom een gezin met jonge kinderen zal in de toekomst nood hebben aan allerlei diensten die het mogelijk maken om lange uren buitenshuis te werken: strijkateliers, boodschappers en waarschijnlijk een hoop computergestuurde machines die het huishouden doen. De kinderopvang zoals we hem nu kennen zal er helemaal anders gaan uitzien. De opdeling tussen school en kinderopvang zal waarschijnlijk verdwijnen, de openingsuren zullen aangepast worden aan de behoeften van ouders en kinderen en kinderopvangvoorzieningen zullen waarschijnlijk een hoop nieuwe taken op zich nemen. Omdat kinderen zo een zeldzaam goed geworden zijn, zullen de ouders hoge eisen stellen aan de kwaliteit van de voorzieningen voor kinderen. De hardwerkende ouders zullen als kiezerspubliek de overheid onder druk zetten om met hun belastingsgeld dienstverleningen van hoge kwaliteit op te zetten.
De toekomst voor de kindervang ziet er dus veel belovend uit.
Nu maar afwachten of deze toekomstvoorspeller ook gelijk zal hebben.
Jan Peters