Brechtje Haasnoot is al vaak in Zuid-Afrika geweest waar ze werkte met kinderen als Sepho. Op haar stage kwam Brechtje voor het eerst in aanraking met een hechtingsstoornis. Daar zag ze hoe ernstig dit kon zijn. 'Ik begon signalen te herkennen bij de kinderen in Zuid-Afrika. Ik vroeg me af of de signalen die ik had gezien, gevolgen zouden hebben voor de toekomst van de kinderen. Een nog belangrijkere vraag was: kan ik daar dan iets aan doen?'
Vormen van hechting
'Hechting is iets wat altijd plaatsvindt,' legt Brechtje uit. 'Het is onvermijdelijk. Hechting begint al als een kind zes maanden in de buik van zijn moeder zit. De foetus kan gevoelselementen van taal herkennen. Allereerst is er veilige hechting. Bij het zien en omgaan met baby's komen er vaak gevoelens van tederheid en zorg bij ons op die we vaak niet kunnen verklaren. Een baby die zijn armen naar je uitstrekt, pak je bijvoorbeeld vaak automatisch op. Dit lijkt allemaal heel logisch en natuurlijk. Het gaat vaak onbewust. Al deze uitingen zorgen ervoor dat een baby vertrouwen in de wereld krijgt. Dit vertrouwen vormt een basis voor zijn hele verdere ontwikkeling. Dit is veilige hechting en kan tot stand komen als de verzorger in staat is het kind voldoende emotionele en lichamelijke veiligheid te bieden.
Er zijn ook veel situaties waarbij dat basisvertrouwen niet of onvoldoende tot stand komt. Dan wordt er gesproken van onveilige hechting. Een kind kan bijvoorbeeld verwaarloosd of mishandeld zijn, te vondeling zijn gelegd of een ouder hebben die fysiek of emotioneel afwezig was. Maar ook zijn gevallen bekend van kinderen die al in de baarmoeder onveilig gehecht zijn doordat hun moeder slachtoffer was van huiselijk geweld of verslaafd was aan drugs of alcohol.'
Lees verder in KIDDO 8 vanaf pagina 29