Door Nathalie Van Laecke
1) Zijn alle kinderen op dezelfde leeftijd klaar voor het potje?
‘Als een kind interesse vertoont voor zaken als ‘pipi’ en ‘kaka’ en die woorden ook begint te gebruiken, kan het potje worden geïntroduceerd. Doe dat stap voor stap én op een aantrekkelijke manier. Zet het in de speelruimte, zo wordt het ook als iets leuks ervaren. Laat hem of haar er eerst met de kleren aan op zitten en lees een boekje. Ga dan telkens een stapje verder: doe hun gewone broek uit, zet hen met de luier op het potje en daarna pas in hun blote billen. Als het hen lukt om te plassen, complimenteer je hen daarmee. Door aanmoedigingen als ‘Bravo! Wat flink!’ gaan ze letterlijk groeien. Zorg ook dat je in het omgekeerde geval je teleurstelling niet laat blijken, het lukt immers niet meteen. Al kun je door het juiste moment te kiezen, wel hun succeskansen verhogen. Is de luier na het middagdutje droog, dan zullen ze waarschijnlijk wel op het potje plassen. Staan ze op met een natte broek, dan zal er op het toilet wellicht niet veel gebeuren.’
3) Zijn er risico’s verbonden aan te vroeg starten met zindelijk worden?
‘Wetenschappelijke bewijzen zijn er niet, maar het is een feit dat luiers steeds beter worden. Sommige merken garanderen zelfs dat een kind twaalf uur droog blijft, zonder dat het ’s nachts wakker wordt door een natte broek. Maar om zindelijk te worden, is het belangrijk dat ze voelen dat ze geplast hebben. Die verbeterde luiers voorkomen huidirritatie, maar ze staan het zindelijkheidsproces in de weg.’