
Goed kijken, luisteren en samen overleggen. Het kind centraal stellen zodat je het de best mogelijke ontwikkelingskansen kunt aanbieden en problemen zoveel mogelijk kunt voorkomen.
Ik herinner me dat mijn tweelingdochters in 2000 voor het eerst naar de kinderopvang ‘De Polderkabouters’ gingen. Het was voor mij een eerste moment van loslaten. Ik weet nog hoe ik met pijn in mijn hart naar mijn werk reed… Wat was het fijn dat de pedagogisch medewerkers iedere keer de tijd namen voor de overdracht, dat ze een verhaaltje schreven over wat de meisjes die dag hadden gedaan en wat er verder was opgevallen. Ik heb de oude schriftjes er weer eens bij gepakt en las wat Swaan en Luna aten en dronken, hoe lang ze sliepen, waarmee ze speelden en wat voor stoute dingen ze deden zoals broodkorstjes op de grond gooien en jongere baby’s bijten. Ook las ik dat er misschien een tandje aan zat te komen omdat Swaan zo moest kwijlen. En over hoe Luna leerde lopen in haar spreidbroekje. Wat een belangrijke rol speelden die pedagogisch medewerkers! Een van de liefste pm’ers schreef bij de overgang naar de basisschool een laatste bericht over de meiden. Daarin stond een mooie quote van Luna: ‘Als ik groot ben, neem ik oorbellen, grote-mensen-boterhammen, een baby en heel veel koek.’ Alle wensen zijn uitgekomen, alleen de baby is tot op heden voorkomen.