KIDDO 25 JAAR!

Brandpreventie in de opvang

Lees een boek over de brandweer voor en de kinderen hangen aan je lippen. Want de rode sireneauto is spannend en stoer. Gelukkig weten weinig kinderen hoe het voelt als er echt brand uitbreekt. De meeste leidsters weten dat evenmin, maar moeten er toch op voorbereid zijn. Hoe gaan kindercentra in de praktijk om met brandpreventie en ontruimingsoefeningen?
In Vlaanderen is bij wet vastgesteld dat er in erkende kinderdagverblijven met meer dan 23 kinderen een jaarlijkse evacuatieoefening gehouden dient te worden. In Nederland geldt op dit gebied de soortgelijke ARBO-wetgeving, daarin wordt echter geen onderscheid gemaakt in het aantal kinderen. Volgens deze wet moet er tijdens de openingsuren minimaal één persoon met een diploma bedrijfshulpverlening (BHV) aanwezig zijn.

Geen ver-van-je-bed-show
Jan Vonk geeft trainingen bedrijfshulpverlening (BHV) en brandbestrijding aan onder meer verschillende instellingen voor kinderopvang. Als hij de cursus op de opvang zelf geeft, komt hij met een speciale brandcontainer. In de container kan hij een vlam in de pan laten slaan en elke cursist moet dit vuur leren doven. Achterin de container laat Vonk een beginnende brand ontstaan, die de deelnemers bestrijden met een brandblusser. Tevens is er een brandende pop, die met een blusdeken wordt gedoofd. Dan blijkt de praktijk toch een wezenlijk verschil met de theorie. Als je de zinderende hitte voelt, de kracht van een steekvlam en een hevig oplaaiend vuur ziet, dan deins je automatisch achteruit. Bij de oefening is een brandweerman aanwezig om veilig een situatie na te bootsen die je nooit hoopt mee te maken. De oefening in de container is al griezelig genoeg.
Vonk: 'In de kinderopvang zijn een risico-inventarisatie en een calamiteitenplan of evacuatieplan erg belangrijk. Omdat kinderen niet zelfredzaam zijn, oefen ik met de leidsters. Ieder jaar een ontruimingsoefening is verplicht, maar dit hoeft niet speciaal met de kinderen erbij. Als je met poppen oefent, kun je ook echte rookontwikkeling nabootsen.'
Omdat leidsters oefenen voor zichzelf èn voor de kinderen, moeten ze inschatten hoe de kleintjes zouden kunnen reageren. Het gevaarbesef bij jonge kinderen is nog nauwelijks ontwikkeld. Bij een echte ontruiming zal het kind rustig teruggaan om zijn knuffel te halen, of het speelgoed waar hij net zo lekker mee bezig was. Hij kan roepen: 'Ik mag niet naar buiten zonder jas! Dan wordt mama boos!'
Een gevleugelde uitdrukking die Vonk zijn cursisten voorhoudt: 'Als je niet precies van tevoren weet wat je aan het doen bent, gaat het soms goed. En dat soms is niet goed genoeg.' Hij legt uit: 'Je moet voorbereid zijn. Preventief denken. Leer gevaar te zien, in te schatten. Brand is geen ver-van-je-bed-show. Sta erbij stil dat het over een halfuur kan gebeuren en dat het altijd onverwacht komt. Daarom is trainen belangrijk. Vraag je van tevoren af hoe je reageert in een stresssituatie. Wees eerlijk en vertel het tijdens een noodgeval gewoon aan je collega als je in paniek bent. Als het op een werkelijke ontruiming aankomt, ben je al een heel eind als je de kinderen hebt geleerd dat ze goed naar je moeten luisteren.'

Brandketting en rampentas
Kindercentrum De Drie Ballonnen uit Zoetermeer (NL) doet ieder jaar twee ontruimingsoefeningen mét kinderen. Leidinggevende Petra: 'In de winter oefenen we gepland. Dan weten de leidsters ervan en kunnen de kinderen hun jassen nog aantrekken. Maar in de zomer gaat het alarm af en weten ook de BHV'ers dit niet van tevoren. Tegen de kinderen zeggen we niet dat het om brand gaat. We willen geen paniek veroorzaken. Om de baby's naar buiten te brengen zijn er bedjes op wielen. Mochten we in een speciaal geval via het raam moeten ontruimen, dan staan er in het lokaal twee inklapbedjes klaar. Die bedjes worden elke maand gecontroleerd. Voor de kinderen hebben we een 'brandketting'. Dit is een lang koord met losse elastiekjes eraan, zoiets als in je capuchon zit, met verschuifbare dopjes. Die losse bandjes krijgen de kinderen om hun pols, zodat ze twee aan twee aan het lange koord vast zitten. Op die manier wandelen ze regelmatig al zingend een stukje, dus ze zijn het gewend. En elke leidster weet van de rampentas aan de kapstok. Daarin zitten onder andere een lijst met telefoonnummers van de ouders, een raamklopper om een ruit te breken en een EHBO-doos.'

Waterdichte procedure
Geert Meys, preventieadviseur van buitenschoolse opvang De Buiteling in Brussel: 'Sinds een poosje is De Buiteling gehuisvest op een nieuwe locatie waar we ongeveer 150 kinderen van 2,5 tot 12 jaar opvangen. De Buiteling is sinds 2006 een onafhankelijke organisatie en sindsdien zijn we ons veel meer bewust van onze eigen verantwoordelijkheid wanneer het op preventie aankomt. Momenteel ben ik bezig met het uitwerken van een waterdichte procedure rond brand en evacuatie, waarin ik alle stappen/taken in geval van een incident kort en duidelijk omschrijf. De ontruimingsoefeningen die we tot nog toe hebben gedaan - met en zonder de kinderen - verliepen goed. Onze medewerkers kennen de procedure en leerden van de evaluatie die op elke ontruiming volgde. Bijvoorbeeld: ramen sluiten, niet terugkeren voor een tas, de aanwezigheidslijsten meenemen. Toch is het goed om alles nog beter te structureren en op regelmatige basis te oefenen. Wij streven ernaar drie evacuaties per jaar te organiseren, in samenwerking met de brandweer.'

Drie tweelingwagens
Ook kleine kinderdagverblijven zijn aan de regels gebonden. De Olmenhoeve in De Waal (NL) heeft een groep van 12 kinderen van 0 tot 4 jaar. Eigenares Marleen Kooger: 'Bij de inrichting hebben we er al rekening mee gehouden dat we vanwege de brandveiligheid geen gordijnen mochten ophangen. Onze kerstboom is nep en we branden geen kaarsen. De leidsters hebben een BHV-diploma en we doen elk jaar een ontruimingsoefening, zoals het verplicht is. Ik zeg wel aan het begin van de week dat we gaan oefenen, maar niet precies wanneer. Op dat moment roep ik natuurlijk niet dat er brand is, mijn code was vorige keer: 'O jongens, ik zie ineens buiten iets heel leuks! Laten we snel gaan kijken!' Door de openslaande tuindeuren zijn we zo buiten en de ramen van de slaapkamers zijn in noodgevallen ook groot genoeg. Voor het vervoer staan in de ruimte altijd drie tweelingwagens en buiten nog eentje. Onze verzamelplaats is achter op het parkeerterrein. Omdat de kinderen normaal gesproken nooit van ons terrein afgaan, vinden ze zo'n oefening echt spannend en blijven ze dicht bij ons.'

Ring met sleutelhangers
Op kindercentrum Nina Nino uit Scheveningen (NL) oefenen de leidsters elk jaar met de grootste kinderen een ontruiming. Met de baby's wordt fictief geoefend. Om te zien welke kinderen er die dag aanwezig zijn, heeft iedere groep een ring met sleutelhangers. 's Morgens worden de hangers van de aanwezige kinderen aan de ring gedaan. In de hanger zit een foto met naam, geboortedatum en de telefoonnummers van de ouders. Die ring hangt bij de deur, zo voor het grijpen. Om iedereen scherp te houden wordt er soms een leidster op een willekeurig moment van de dag uit de groep gehaald om de vraag te beantwoorden: 'Het brandalarm gaat nu af! Wat doe je?' Er wordt jaarlijks door de leiding getraind hoe je een echt brandje blust. Yvette Ligthart van Nina Nino: 'Gelukkig is er nog nooit werkelijk iets gebeurd, laat ik het afkloppen! Toevallig zijn bij ons aan de overkant van de straat zowel de brandweer als de politie gevestigd, dat is wel een fijn gevoel.'

Trein in het dansuurtje
Kinderdagverblijf Olleke Bolleke uit Eeklo (BE) heeft het plan om wekelijks bij het dansuurtje een bepaald lied te zingen. Tijdens het zingen zullen de kinderen als een treintje achter elkaar aan lopen om zo te kunnen worden geëvacueerd. Bij Pietje Pek in Brugge (BE) is bij de inrichting van de gebouwen rekening gehouden met de aanbevelingen van de brandweer over compartimentering (het verdelen van het gebouw in compartimenten om brandrisico, vuurverspreiding en rookontwikkeling te verminderen, red.) en extra vluchtwegen. Dit betekende dat er naast de drie bestaande trappen (behandeld met brandwerende materialen) drie extra trappen geplaatst zijn. De vijfentwintig brandwerende deuren hebben een brandresistentie van één uur. Tevens werden er noodverlichting, branddetectoren en brandblustoestellen (haspels en blustoestellen) geplaatst. In de keukens zijn branddekens aanwezig.

Gaslucht
In Castricum (NL) verzorgt Forte Kinderopvang diverse vormen van kinderopvang. Door alle leidsters wordt jaarlijks twee keer een ontruiming geoefend. Dit gebeurt aangekondigd en onaangekondigd. Na iedere oefening volgt een evaluatie aan de hand van een checklist. Zo bleken tijdens een oefening de batterijen van de zaklamp leeg te zijn. Jolande Rutte: 'Een paar maanden geleden rook de groepsleiding in een van onze vestigingen een gaslucht. We hebben geen risico genomen en het pand ontruimd. Er lagen net baby's te slapen, die moesten uit bed mee naar buiten. Alles verliep heel rustig. Dankzij de oefeningen voelden de leidsters zich zeker en wisten precies wat ze moesten doen. Gelukkig bleek dat er niets aan de hand was. Verderop in de straat werd een gasleiding doorgespoten, daar kwam de lucht vandaan.'





Menu

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen!



[ ADVERTENTIE ]