
Wat betekenen kinderrechten voor de allerjongsten?
‘Kijk voor de allerjongsten vooral naar de geest van het Kinderrechtenverdrag: hoe gaan we met kinderen om? En dan zie je twee pijlers: integriteit en participatie. Je moet de fysieke, psychische, seksuele en morele integriteit van kinderen beschermen. Dat staat zo in de grondwet. En jonge kinderen lopen gevaar om in hun integriteit geschonden te worden. Denk aan geweld: ook heel jonge kinderen sturen signalen uit naar professionals als ze met geweld geconfronteerd worden. Maar ook jonge vluchtelingenkinderen die we opsluiten schenden we in hun integriteit.
Het gaat overigens niet alleen over kinderen in kwetsbare groepen. Elk kind probeert voor zichzelf een veilige ruimte af te bakenen. Jonge kinderen maken heel vlug duidelijk wat ze graag hebben en wat niet. Klassiek voorbeeld: “Geef nonkel of tante eens een kus.” Als kinderen dat bedreigend vinden, geven ze dat heel duidelijk aan. Laat ons daar als volwassene, als ouder, maar ook binnen de opvang en als kleuteronderwijzer gevoelig voor zijn.
Bij een bezoek aan de opvang maakte ik ooit het volgende mee: de oudste kinderen hadden geknutseld aan een werkje voor vaderdag. Een van de meisjes is erg punctueel. Op het einde van de dag is haar werkje niet klaar. Ze slaat in paniek, omdat ze denkt dat ze niet heeft gedaan wat ze van haar verwachten, en ze begint te wenen. En wat zegt de kinderbegeleider? “Wenen, dat is voor de kleine kindjes, he.” Natuurlijk slaat dat kind dicht, want die denkt: het is niet goed wat ik doe. Als je de hele dag met jonge kinderen werkt, weet je toch wat zulke uitspraken met kinderen doen? Kleuterleiders die met mij beginnen te praten over kleuters die twee meter verderop zitten, dat heb ik altijd afgeblokt. Alsof die kinderen niet weten dat het over hen en hun ouders gaat.