Iedere organisatie heeft een eigen cultuur: een eigen manier van werken en een eigen manier van omgaan met elkaar. In de kinderopvang werken vooral vrouwen en zij drukken dan ook een grote stempel op de kinderopvangcultuur. Als je zelf deel uitmaakt van een cultuur, ben je je niet altijd bewust van de ‘eigenaardigheden’. Andersdenkenden die jouw cultuur binnenkomen, merken ze wel meteen op. Hoe beleven mannelijke pedagogisch medewerkers de vrouwencultuur in de kinderopvang?
Rust op de groep
In de opvang staat het werken met kinderen centraal. Als het gaat om verschillen tussen mannen en vrouwen, dan kun je je afvragen of vrouwen op een andere manier met kinderen omgaan dan mannen. Dennis werkt op een bso en ziet duidelijk verschillen: ‘Ik zie dat mijn vrouwelijke collega’s rust op de groep erg belangrijk vinden en veel bezig zijn met het corrigeren van de kinderen. Ikzelf laat stoeien en ravotten veel meer toe en hecht minder waarde aan het bepraten en uitpraten van dingen.’
Daar waar veel vrouwen houden van rust op de groep, een goede hygiëne en de nodige veiligheid, zeggen de mannen meer actief bezig te willen zijn met de kinderen: stoeien, buiten spelen, tafelvoetballen, tafeltennissen, voetballen, muziek maken. Daarbij laten ze de kinderen graag spelenderwijs dingen ontdekken. Ze zijn niet bang dat er een keer iets misgaat. Dennis: ‘Trial and error heet dat. Gewoon een keer uitproberen, dan leren ze het snelst wat wel en niet kan, door ervaringen op te doen.’ Dennis heeft het idee dat vrouwelijke collega’s dit soms onverantwoord of te gevaarlijk vinden.
Toch is het niet zo dat de mannen alles maar toelaten, integendeel, ze vinden zichzelf zelfs consequenter dan hun vrouwelijke collega’s. Chris werkt op een groep met zowel baby’s als peuters: ‘Ik ben directer naar de kinderen toe, het is bij mij een keer waarschuwen en klaar. Mijn vrouwelijke collega’s zijn voorzichtiger en waarschuwen soms wel vijf keer. Ik stoei trouwens ook meer dan de vrouwen met de kinderen en ik doe lekker gek. Ik zie vrouwen niet zo snel gek doen met de kinderen.’
Ook Henk-Jan, werkzaam op een bso, heeft geen moeite met orde houden: ‘Ik vind mezelf eerlijk en duidelijk en mijn gezag wordt goed geaccepteerd door de kinderen.’
Taktisch en voorzichtig
Als het gaat om de contacten met ouders, dan zijn vrouwen, volgens de vier mannen, doorgaans voorzichtiger en tactischer dan zij. Vrouwen lijken eerder conflicten te willen voorkomen. Maarten, stagiair op een bso: ‘Sommige collega’s zeggen het niet tegen de ouders, als hun kind bijvoorbeeld vlees heeft gegeten, terwijl de ouders dat niet willen.’ Chris valt hem bij: ‘Ja, of ouders willen dat hun kindje oorbellen draagt terwijl dat niet mag. Mijn collega’s doen die dan pas uit als moeder weg is, terwijl ik aan de regel wil vasthouden en de confrontatie gewoon aanga.’
Henk-Jan herkent dit gedrag: ‘Vrouwen lijken soms erg berekend, ze weten precies wat ze wel en niet aan een ouder vertellen. Mannen zijn volgens mij toch wat directer.’
Rekening houden met de ander
Al dan niet direct zijn in de communicatie speelt ook binnen het team. De mannen zijn het er over eens dat vrouwen meer met ‘de ander’ bezig zijn dan mannen. Zo kunnen ze heel voorzichtig zijn bij het geven van kritiek. Chris: ‘Ze zeggen dan bijvoorbeeld: Ik hoop niet dat je het erg vindt hoor, maarrre.. Of: Het is niet persoonlijk bedoeld hoor… Ze zijn bang voor hoe de ander zich gaat voelen door hun feedback.’
De mannen zeggen zelf direct en duidelijk te zijn en verwachten dit in feite ook van collega’s. Dennis: ‘Bij kritiek verwacht ik dat collega’s naar mij toe komen en het gewoon rechtstreeks tegen mij zeggen. Zo van: Dennis, ik vind dat je dit of dat niet goed doet. Zo doen mannen dat en dan kijken ze wie er gelijk heeft zodat het probleem opgelost wordt. Vrouwen zijn toch minder direct en gevoeliger voor wat de ander misschien van haar denkt. Als er dan een keer iets is, geven vrouwen waarschijnlijk subtiele signalen die ik als man totaal niet opmerk. En dan hoor ik weken later via de manager dat iemand iets niet leuk vond maar dat niet rechtstreeks durfde te zeggen. Als ze het mij gewoon gelijk had gezegd, hadden we er over gepraat en hadden we het meteen opgelost.’
Echter, wat de mannen direct en duidelijk noemen, kunnen vrouwen weer als bot of hard ervaren. In hun reactie kunnen vrouwen dan weer als ‘snel emotioneel’ bestempeld worden, want de mannen hebben allemaal wel eens een huilende collega meegemaakt.
Praten praten praten
Aan het vele gepraat en de onderwerpen van gesprek merken de mannen natuurlijk ook dat ze in een vrouwenwereld werken. Volgens hen vinden vrouwen de onderlinge contacten in het team belangrijker dan mannen. De meeste vrouwen bespreken vrij snel privézaken met elkaar: vakantieliefdes worden in geuren en kleuren uit de doeken gedaan, eigen kinderen worden besproken en op maandag passeren de belevenissen uit het weekend. De mannen voelen zich soms als een verdwaalde haan in een kippenhok. Overigens heeft het delen van dergelijke ervaringen mogelijk ook met verschillen in levensfase te maken. De geïnterviewde mannen zijn allemaal (ruim) de 30 gepasseerd terwijl hun collega’s vaak begin 20 zijn.
Lees verder in KIDDO 2 2009, vanaf pagina 13