Peuterhersenen: niet denken, maar doen!
Maar een kinderbrein is nog geen perfect informatieverwerkend systeem. Bij jonge kinderen is het dieper gelegen, emotionele onderbrein meer ontwikkeld dan de rationele kant, de frontale cortex. Simpel gezegd: zijn emoties zijn sterker dan de rede, daarom heeft hij ze nog niet onder controle. En dat kan tot heftige ‘oerreacties’ leiden! Eerst verstandig nadenken voordat hij gaat gillen omdat een ander kindje zijn speelgoed afpakt? Dat kan een dreumes gewoonweg niet. Pas ergens tegen het derde jaar ontwikkelt een kind de vaardigheid om primair gedrag en emotionele reacties min of meer te onderdrukken, maar die ontwikkeling zet zich nog jarenlang door en is niet altijd even sterk. Heel jonge kinderen kennen bovendien nog geen enkele vorm van empathie. Een peuter ontdekt z’n eigen ‘ik’ en ziet zichzelf als centrale persoon. Zich inleven of verplaatsen in een ander kan hij nog niet. ‘Nee’ is z’n favoriete woord. Een kind wordt in deze fase steeds zelfstandiger en wil graag dingen ‘zelluf doen’, maar kan ook bang en onzeker zijn.
Er moeten in het brein nog veel verbindingen groeien tussen emotie (gevoel) en ratio (verstand). Die verbindingen komen voor een groot deel tot stand door de dagelijkse leerervaringen van een kind. Daarom zul jij in de opvang regelmatig als ‘externe frontale cortex’ moeten dienen om een kind te helpen zijn emoties in goede banen te leiden.
Jij als extern brein
Hoe kun je als begeleider opgroeiende peuters en kleuters het beste begeleiden in hun ontwikkeling? Het vergt geduld om een kind dat geen aandacht voor jou heeft of dat zelfs woest reageert op een situatie, te helpen. Fel reageren werkt niet. Probeer een kind te kalmeren door rustig en met zachte stem tegen hem te praten. Benoem de emotie. Daarmee maak je contact met zijn cortex (de ratio-kant van de hersenen). Probeer te redeneren met een kind: ‘Waarom werd je boos op Tom? Jij vond het niet leuk dat hij je duwde, hè? Waarom deed hij dat? Wilde hij niet dat z’n blokken omvielen?’ Door erover te praten maakt het kinderbrein verbindingen tussen de emotionele en rationele kant in z’n brein. Bovendien leert een kind zich te verplaatsen in een ander. Een nuttig leermoment! Hij heeft deze fase nodig om te groeien. Jonge kinderen hebben nog niet geleerd dat er verschillend gedrag bestaat. Je kunt een kind rustig uitleggen dat bepaald gedrag niet toelaatbaar is, maar geef hem dan zo snel mogelijk een alternatief. Dus zeg niet alleen: ‘Nee, je mag niet slaan’, maar geef aan welk gedrag je wél verwacht (‘Jullie mogen samen spelen met die bal’). Vertoont het kind vervolgens het juiste gedrag, bevestig hem dan positief: ‘Zo, jij speelt nu wél goed samen, wat knap van je!’ Op die manier vergroot je het leereffect. Uiteindelijk zal hij door veel ervaringen en oefening leren om zijn primaire reacties te vervangen door meer rationele gedachten en gedrag.
Lees verder in KIDDO 7 2012 vanaf pagina 16.
Neem een abonnement.