Tekst: Mandy Pijl
Janusz Korczak werd geboren als Henryk Goldszmit in een Joodse familie. Toen Korzcaks vader tijdens zijn tienerjaren stierf, werd hij kostwinner voor zijn moeder, zus en grootmoeder. Zijn pseudoniem 'Janusz Korczak' gebruikte hij voor het eerst in een literaire wedstrijd. Ook tijdens zijn studie geneeskunde zou Janusz blijven schrijven voor verschillende Poolse kranten. Later publiceerde hij als kinderarts ook een kinderboek. In 1912 zette hij een kindertehuis op voor Joodse wezen. Na een tussenpoze waarin hij als militair arts werkte in de Eerste Wereldoorlog, stichtte hij een tweede weeshuis. Ondertussen schreef hij in zijn vrije tijd talrijke pedagogische essays en tijdens de jaren dertig had hij zelfs een eigen radioprogramma. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd zijn weeshuis gedwongen naar het getto van Warschau te verhuizen. Korczak ging bij zijn kinderen inwonen en werd in 1942 met hen naar het vernietigingskamp Treblinka overgebracht.Korczak zou nog de mogelijkheid hebben gehad om niet mee te gaan, maar hij weigerde en bleef bij ‘zijn’ kinderen. Een paar dagen later werden ze vergast. Toen de kinderen naar de gaskamers geleid werden, gedroegen ze zich onder leiding van Korczak volgens getuigen met een opvallende waardigheid.
Theorie en visie
Eén van Korczaks belangrijkste pedagogische ideeën was dat kinderen volwaardige mensen zijn, geen onaffe mensen die een heleboel nog niet kunnen. ‘We laten het kind te weinig zelf dingen ervaren en beleven. We willen eigenlijk over alles wat het doet waken’, schreef Korczak. Volwassenen kunnen kinderen beter de ruimte geven om hun problemen zelf op te lossen. Van fouten leren kinderen. Belangrijk is een gelijkwaardige relatie tussen volwassenen en kinderen. Kinderen voorschrijven wat ze moeten doen zou hun onrecht doen en zou storend gedrag in de hand werken.
Lees verder in KIDDO 1 2013 vanaf pagina 34.
Neem een abonnement.