Kinderen die in armoede opgroeien, geven te kennen dat zij een minder fijne jeugd hebben dan kinderen in gezinnen waar geen geldzorgen zijn (Kinderombudsman, 2018). Zij hebben soms geen bed, of het is niet zeker dat er voldoende luiers zijn, of dat er ontbijt is (Weel e.a., 2022). Ook kunnen kinderen niet altijd meedoen met andere kinderen, bijvoorbeeld met uitstapjes, feestjes of sport. Sommige kinderen wonen in een huis waar schimmels voorkomen, of in een huis dat te klein is. En sommige buurten hebben weinig speelruimte, of zijn onveilig. Geldzorgen kunnen bij ouders tot stress leiden. Die stress kan ervoor zorgen dat ouders minder aandacht hebben voor hun kinderen en soms ook minder geduld hebben. Soms straffen ouders hun kinderen strenger dan zij zouden hebben gedaan als ze minder stress zouden hebben (Kalthoff, 2020). Ouders geven die stress door aan hun kinderen, en dat gebeurt al vanaf conceptie (Roosenboom, 2023). Ook jonge kinderen pikken de stress op van hun ouders.
Gevolgen van opgroeien in armoede
Deze early life stress (Koning, 2021) beïnvloedt de ontwikkeling van de ‘executieve functies’ die kinderen nodig hebben om in het dagelijks leven goed te functioneren. Voor jonge kinderen die ‘early life stress’ ervaren is het bijvoorbeeld moeilijker om even geduld te hebben, speelgoed te delen, aanwijzingen van twee stappen te onthouden, op hun beurt te wachten en rekening te houden met anderen (SLO, 2019). Als een gezin langere tijd weinig geld heeft, kan dit ook de lichamelijke en mentale gezondheid beïnvloeden. Kinderen kunnen zich bang, onzeker en verdrietig voelen. Ook krijgen ze soms hoofdpijn of buikpijn en zijn ze vaker moe.
Risico op armoede
Armoede kan iedereen treffen. Het kan gebeuren bij levensgebeurtenissen die veel gezinnen meemaken, bijvoorbeeld bij een echtscheiding, bij ziekte of overlijden van een ouder of bij een faillissement of baanverlies.
Lees verder via Kinderopvang Kennis, word abonnee of bestel hier het nummer in print.