Het Rad der Raadsels is een leuke uitvinding om op een eenvoudige en snelle manier met kinderen te filosoferen. Het bestaat uit drie schijven van een verschillende grootte. De onderwerpen kunnen heel uiteenlopend zijn.
Een Rad der Raadsels maken is heel eenvoudig. Je knutselt het zo in elkaar met karton. Eerst knip je drie schijven uit in verschillende groottes. In de kleinste cirkel maak je drie vlakken: 'alle', 'sommige' en 'geen'. Dit zijn drie begrippen uit de logica die helpen om nuances aan te brengen in de zinnen. De tweede cirkel is iets groter en bevat woorden die te maken hebben met dingen, voorwerpen en personen (zoals Chinezen, zigeuners, kikkers, kunstwerken, letters). Je kunt de kinderen ook woorden bij elkaar laten zoeken via een actieve brainstormoefening.
Op de derde en grootste cirkel vind je woorden die te maken hebben met hoe dingen of mensen kunnen zijn, met andere woorden bijvoeglijke naamwoorden (zoals lief, verdrietig, echt, vals).
Gekke combinaties
Deze drie cirkels leg je bovenop elkaar, de kleinste bovenaan. Er komt een wijzer op te liggen en je steekt er een splitpen in het midden doorheen, zodat de wijzer en de drie schijven makkelijk kunnen draaien.
Nadat je de cirkels verschillende richtingen hebt uitgedraaid, en je de wijzer hebt laten bepalen welke woorden je gaat gebruiken, kun je beginnen met zinnen te maken. Je zult zien dat drie woorden soms tot heel gekke combinaties kunnen leiden. Hoe vreemd ze ook mogen lijken op het eerste gezicht, er komt altijd iets uit waarover je kunt filosoferen.
Filosoferen biedt kinderen de kans om hun gedachten, gevoelens, en belevingen onder woorden te brengen. Ze leren grip krijgen op de werkelijkheid en leren nuanceren en relativeren in groep. We hoeven er daarom geen Descartes of Schoppenhauer bij te halen. Anderzijds is het wel zo dat losse woordcombinaties heel gauw leiden tot filosofische kernthema's waar bekende filosofen zich al eeuwenlang over buigen.
Kleine filosofen
Alle kinderen, vanaf kleuterleeftijd, kunnen hieraan meedoen. Elke leeftijd heeft echter belangrijke aandachtspunten met betrekking tot het denken, waar je rekening mee kunt houden tijdens het gesprek zelf en tijdens het zoeken naar woorden.
Bij kleuters is het belangrijk om te grijpen naar concrete dingen, zaken die dicht bij hun leefwereld staan, en dagelijkse situaties. Je kunt met hen filosoferen over kleuren, vormen, smaken, zintuiglijke, herkenbare zaken. Bovendien leven kleuters in een magische wereld. Ze stellen veel waarom-vragen, en de grens tussen fantasie en werkelijkheid is niet altijd even duidelijk. Wat ze niet begrijpen, vullen ze aan met hun fantasie. Ze proberen zich ook al vaker in anderen in te leven en leren wat de begrippen tijd en ruimte inhouden. Bij deze leeftijdsgroep moet je een appèl doen op herkenbare, zintuiglijke zaken, basisemoties en fantasie. Je kunt zelfs een gesprek opzetten over één woord uit het rad der raadsels, bijvoorbeeld: wat zijn vrienden? wat is verliefd zijn? - zonder een combinatie met een ander woord te maken.
Basisschoolkinderen kunnen al wat logischer denken, maken meer gebruik van hun voorstellingsvermogen en realiteitszin. Ze leggen meer verbanden en ze onderbouwen hun standpunten met argumenten. Bij hen zijn realistische thema's in trek, of stoere thema's, of personages uit de geschiedenis zoals kastelen, ridders, draken en monsters. Later komen er nog meer abstracte en actuele thema's uit de media naar voren (oorlog, vrede, rechtvaardigheid, racisme).
Voorbereiden
Om een sessie filosoferen met kinderen te leiden, ben je het best met twee begeleid(st)ers. Het is handig, zeker in het begin, om elkaar aan te vullen.
Welke houding neem je aan tijdens zo'n gesprek?
Beperk de groepjes tot 3 of 5 kinderen. Je kunt het best wat vragen voorbereiden die je doorheen het gesprek kunt aanwenden. Je zult zien dat je met een combinatie van drie woorden tot verschillende vragen komt. Bijvoorbeeld: de combinatie 'alle' 'kikkers' en 'echt' zijn de volgende combinaties mogelijk: wanneer zijn alle kikkers echt? Zijn alle kikkers echt? Hoe echt zijn kikkers? Wat maakt kikkers echt? Zijn er ook kikkers die niet echt zijn?
Je moet de kinderen duidelijk maken wat de regels en afspraken zijn tijdens het gesprek: dat er respect heerst tussen alle kinderen, dat iedereen mag uitpraten en dat alle gedachten goed zijn.
Tijdens het gesprek
Je stelt je op vanuit een waardenvrije houding, dat wil zeggen: zonder je eigen standpunt te verkondigen en andere standpunten te veroordelen. Daarnaast neem je ook een 'socratische houding' aan. Dit is een term uit de filosofie die teruggaat naar Socrates, die er een eigen manier op nahield om mensen over hun gedachten te bevragen. Je kunt naar argumenten vragen om hun meningen te verduidelijken en te onderbouwen. Je kunt in het gesprek vier verschillende vraagtypen hanteren: vragen naar helderheid en duidelijkheid, vragen naar redenen, bewijzen en argumenten, vragen naar gevolgen en consequenties en vragen over het gesprek.
Geef kinderen het gevoel dat alle antwoorden even nuttig zijn. Dit kan zowel door actief als passief te luisteren.
Dwing niemand om iets te zeggen. Kinderen kunnen ook betrokken zijn zonder actief deel te nemen aan het gesprek. Je kunt iedereen wel stimuleren door naar bevindingen en gedachten van de anderen te vragen, bijvoorbeeld: 'Kunnen anderen zich vinden in wat
zegt?'
Laat toe dat het gesprek alle richtingen uitgaat, maar probeer af en toe terug te gaan naar de vraag waaruit vertrokken werd als je door de bomen het bos niet meer ziet.
Om iedereen evenveel kans te geven aan het woord te komen, kun je zorgen voor een praatstok. Het kind dat de praatstok vasthoudt, mag zijn zegje doen, de anderen moeten luisteren.
Het is ook handig om dingen af en toe samen te vatten tijdens het gesprek, bijvoorbeeld op een blad. Ook kinderen kunnen dit doen.
Volgens Dorian (8) zijn regendruppels pas af als ze 'mooi rond zijn van vorm, als je er door kunt kijken en ze een beetje blinken.' 'Ja', zegt Habiba (7). 'Die kun je zien op een natte vensterruit als het regent. En ze glijden zo, mooi rond, naar beneden.' 'Nietes!' roept Jente (9). 'Ze zien er niet allemaal hetzelfde uit. Sommige druppels zijn geen echte druppels, sommige zien er mooi uit als parels. Maar soms ook als halve maantjes. Of gekke waterkringetjes.' 'Wat zijn het dan?' vraag ik. Iedereen denkt na. Ja
Ook druppels
Maar dan druppels die niet helemaal af zijn. 'Er zijn ook druppels die als ze af waren, niet af blijven', merkt Line (8) op. 'Bijvoorbeeld als ze op de grond vallen en openspatten.' 'Ja. Dat klopt', zegt Jente. 'Dan is er geen druppel meer maar een spatje water.'
Kringgesprek
Een activiteit met het Rad der Raadsels kan op elk moment van de dag. Toch kiezen sommige opvangvoorzieningen er bewust voor om dit op een vast moment van de week te plannen. Aan het begin van de week, of juist om de week af te sluiten in de vorm van een kringgesprek.
In het begin zijn de vragen misschien een beetje gek, ook omdat de kinderen en de begeleid(st)ers er aan moeten wennen. Ook al gaat het om alledaagse thema's, het is in onze vluchtige cultuur niet alledaags om diep op dingen in te gaan. Wat jammer is, want het houdt jong en oud bezig.
Wanneer er tijdens de week vragen de kop opsteken, kan het Rad der Raadsels een manier zijn om daarover te gaan praten. Je kunt een vraag ook ombuigen, in kernwoorden gieten, in een doosje bewaren en ze opsparen tot een kringgesprekmoment. Dit neemt natuurlijk niet weg dat je er op het moment zelf ook dieper op in kunt gaan. Het is heel leuk als er een sfeer is waarin kinderen weten dat er altijd op hun vragen en bedenkingen kan worden ingegaan. Hoe meer regelmaat er in zulke gesprekken zit, hoe vlugger kinderen zullen aangeven wat hen bezighoudt en met hoe meer vragen ze zullen komen.
Meer lezen?
Anthone, R. en Mortier, F (1997). Socrates op de speelplaats. Filosoferen met kinderen in de praktijk. Leuven/Amersfoort: Acco.