Speeltoestellen bij gastouders moeten ook gekeurd

Speeltoestellen in de gastouderopvang vallen wel degelijk onder de Wet attracties en speeltoestellen (WAS) en moeten dus op dezelfde wijze gekeurd worden als speeltoestellen in het publieke domein. Gastouders vangen bedrijfsmatig kinderen op en als gevolg hiervan vallen (ook eigen) speeltoestellen onder de term ‘publiek gebruik’.
Speeltoestellen bij gastouders moeten ook gekeurd


Dit heeft de rechtbank in Rotterdam op 12 mei 2023 beslist, nadat een gastouder – samen met gastoudervereniging Nysa – in beroep was gegaan tegen een boete die door de NVWA was opgelegd na een incident met een speeltoestel bij een gastouder. De NVWA constateerde dat twee toestellen niet voldeden aan de WAS. Een trampoline en een speelhuisje hadden geen certificaat van goedkeuring en werden als gevolg daarvan buiten gebruik gesteld en een bestuurlijke boete van 525 euro per speeltoestel volgde.

Zowel het gastouderbureau, NYSA als de toezichthoudende instanties GGD en VNG waren van mening dat de WAS niet van toepassing is op de gastouderopvang. Als gevolg hiervan heeft NYSA besloten de zaak voor de bestuursrechter te brengen. Deze heeft nu anders beslist. Naar aanleiding van de uitspraak is NYSA direct in overleg gegaan met SZW, GGD-GHOR en VNG. NYSA is van mening dat er voor de gastouderopvang een uitzondering gemaakt dient te worden.

GGD-GHOR en VNG geven aan dat er, in de praktijk, op dit moment niet anders wordt omgegaan met de speeltoestellen in de gastouderopvang dan gebruikelijk. De toezichthouder gaat niet opeens handhaven als er een speeltoestel in de tuin staat en deze is niet gecertificeerd conform de eisen van de WAS, die dit jaar iets zal worden aangepast.

Nieuw toegevoegd 
Op 1 juli 2023 gaat het nieuwe Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023 (WAS 2023) in. Nieuw toegevoegd is dat verhuurders en beheerders van speeltoestellen zorgdragen dat ‘een speeltoestel zodanig is geïnstalleerd, gemonteerd, gedemonteerd, beproefd, geïnspecteerd, onderhouden en van opschriften is voorzien, dat bij gebruik geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid van personen bestaat’. Dit moet in het actueel dossier worden gedocumenteerd.

Het toestel moet ook gecertificeerd zijn, door een erkende keuringsinstelling (AKI) of een daarmee gelijkgesteld certificaat per toestel hebben. Is dit niet het geval, dan moet de beheerder het voor ingebruikname laten keuren. Speeltoestellen die vóór 26 maart 1997 in gebruik waren, behoeven geen typekeuring te ondergaan door een AKI. De beheerder moet zich er dan wel van vergewissen dat het speeltoestel veilig is. Verder is het verplicht een ernstig ongeluk te melden bij de NVWA, bij (blijvend) letsel, overlijden of directe ziekenhuisopname.

 




Menu

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen!



[ ADVERTENTIE ]