Van zelfportret tot zelfbeeld

Hoe kinderen hun zelfbeeld ontwikkelen is een boeiend proces. Met activiteiten en verhalen kun je inspelen op de ontwikkeling die kinderen doormaken. Zeer inspirerend is een initiatief van de Vlaamse filosoof Nelson Hoedekie: Face (in) the Mirror. Honderden kinderen maakten onder zijn begeleiding verschillende zelfportretten die ze achteraf bespraken.
'Face (in) the mirror' is de titel van het concept dat Nelson Hoedekie ontwikkelde om met kinderen te werken rond de thema's zelfbeeld en identiteit. Met behulp van een spiegel maken de kinderen vier zelfportretten.
1. Het denkbeeldige portret
Hoe ziet het kind zichzelf? De kinderen kunnen een tekening maken of een aantal eigenschappen opsommen.
2. Het schaduwportret
Met een lichtbron achter hun hoofd tekenen de kinderen de contouren van hun silhouet op een blad dat ze voor zich hebben. Het schaduwportret is een eerste confrontatie met de realiteit. Doordat ook de hand die tekent een schaduw werpt, is deze opdracht minder makkelijk dan hij lijkt.
Het spiegelportret
De kinderen tekenen hun spiegelbeeld op een vel transparant papier, plastic of een glasplaat die voor de spiegel is bevestigd.
Het fotoportret
Bij het laatste portret helpt de begeleider. Het is een foto van het kind dat het (transparante) spiegelportret voor zijn of haar gezicht houdt. Zo krijgt de kijker een goed beeld van de overeenkomsten en verschillen tussen het echte gezicht en de afbeelding die ervan is gemaakt. Er ontstaat als het ware een reconstructie van hoe het kind zichzelf heeft gezien in de spiegel.


Volgens Jean Piaget, die de psychologische ontwikkeling van kinderen bestudeerde, zijn kinderen pas vanaf negen jaar in staat om zich te verplaatsen in het perspectief van de lichtbron. Voor hun negende jaar maken ze nog geen verschil tussen de schaduw van iets en het object zelf. Nelson Hoedekie werkte met kinderen vanaf vijf jaar, maar ook met tieners en volwassenen. Voor pubers bleek de opdracht om zichzelf te tekenen in vele gevallen te confronterend. Zij hebben vaak een gecompliceerde verhouding met hun zelfbeeld. Toch biedt deze werkwijze juist een stimulans om verschillende standpunten aan te nemen ten opzichte van jezelf en dus om je egocentrisme (of navelstaren) even opzij te zetten.

Een extra perspectief is dat van de buitenstaander, de persoon die de portretten bekijkt wanneer ze tentoongesteld worden. Nelson Hoedekie: 'Elk kind reageert anders als het de kans krijgt om over zijn eigen portret te spreken, sommigen zijn heel gesloten, anderen juist uitermate spraakzaam. Ik heb nog geen vaste methode ontwikkeld om te praten over de zelfportretten.

Een betere kijk op jezelf
Kinderen geven door middel van hun tekening aan hoe ze zichzelf zien. Dit kan verrassende resultaten opleveren. Door zichzelf te tekenen, uiten kinderen zich op een andere manier dan ze gewend zijn. De resultaten van hun werk bespreken, levert een schat aan informatie op, waar je anders niet bij zou komen. Zo kunnen de vragen: 'Herken je jouw schaduw? Is dit jouw portret?' veel meer opleveren dan een ja/nee-antwoord. Net als Plato kun je dan de vraag stellen wat echt is: de afgebeelde schaduw of de persoon zelf. Zijn we echt hier op de wereld of zijn we alleen afbeeldingen?

Een andere vraag die Hoedekie vaak stelt, is wat het kind het gemakkelijkst vond om te maken: het denkbeeldige portret, het schaduwportret of het spiegelportret. Nog interessanter dan de keuze voor een bepaald portret zijn de argumenten die de kinderen voor hun keuze naar voren brengen. Ook de reacties van verschillende kinderen op een portret lopen sterk uiteen. Het leuke is dat er geen norm is: alle varianten hebben hun eigen waarde, geen enkele is beter of slechter dan de andere. Hopelijk is dit ook van invloed op de manier waarop we anderen zien. Al te vaak houden we ons nog vast aan normen en waarden en worden anderen beoordeeld als 'goed' of 'slecht'.

Kinderen op deze manier laten werken aan hun verschillende portretten is erg bevrijdend. Het gaat er niet om of ze de techniek van het tekenen beheersen of niet, wat telt is het proces (het verhaal) dat hierdoor op gang komt. Zo kiezen kinderen er soms zelf voor om hun denkbeeldig portret in woorden te maken. Hoedekie: 'Het is heel belangrijk dat het geen wedstrijdje wordt om het meest gelijkende spiegelportret te tekenen, want daar gaat het helemaal niet om. Ik wil alleen dat kinderen uitdrukken hoe ze zichzelf zien en dat mag heel persoonlijk zijn.'

Van schaduw naar betekenis Nelson Hoedekie studeerde filosofie en behaalde hij zijn mastergraad in Zuid-Afrika met een eindverhandeling (dissertatie) over de metaforische kracht van de schaduw. Hij vergelijkt een schaduw met een betekenis: een woord heeft niet één betekenis maar een heleboel varianten, afhankelijk van de context, net zoals schaduwen van een object verschillen naargelang de stand van de zon en het oppervlak waarop ze vallen. Ook verwijst hij naar Plato's verhaal van de grot. Mensen die gevangen zitten in een grot zien geen schaduw van zichzelf. Pas als ze uit de grot komen, zien ze hun schaduw en krijgen ze dus een beeld van zichzelf. Ook als ze terug naar binnen gaan, blijven ze bestaan, zelfs zonder schaduw.

Hoedekie keerde na zijn studie terug naar België, maar na anderhalf jaar vertrok hij weer naar Zuid-Afrika waar hij een baan kreeg als 'life skill teacher' (leraar maatschappelijke vorming of maatschappijleer). In zijn werk met kinderen, maakt hij gebruik van de inzichten uit zijn eindverhandeling. Hij laat kinderen hun eigen schaduw omlijnen met houtskool. Varianten ontstaan door ze zowel de schaduw te laten tekenen die op een staand vlak valt als die op de grond. De kinderen omlijnen ook elkaars schaduw: het leuke hieraan was dat iedereen zo recht kreeg op aandacht van een ander. Hoedekie bleef de toepassingen variëren en bouwde ervaring op door heel veel verschillende kinderen aan het tekenen te zetten.

Van zelfportret naar zelfbeeld In Zuid-Afrika zijn nog steeds verschillende scholen voor verschillende kinderen (volgens de daar heersende criteria): 'zwarte' kinderen, 'kleurlingen' en 'blanke' kinderen - die laatste groep nog eens opgesplitst in 'inlandse' kinderen en kinderen van 'immigranten'. Nelson Hoedekie maakt niet graag generalisaties, maar het viel hem wel op dat veel zwarte kinderen vaker opnieuw begonnen aan hun portretten, terwijl de meeste blanke kinderen heel trefzeker waren. De vraag is of dit ligt aan een verschil in zelfvertrouwen. Ook het maken van een zelfportret was voor de zwarte kinderen vreemder of nieuwer. In veel gevallen hadden ze het zelfs nog nooit eerder gedaan. Ook opmerkelijk was dat het denkbeeldig portret bij gekleurde kinderen vaak sterk verschilde van de realiteit. Zij beeldden graag hun dromen of wensen uit.

Hoedekie heeft inmiddels het werk van bijna 400 kinderen verzameld. Met de steun van de educatieve dienst van het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst in Gent, maakte Hoedekie vorig jaar een tournee langs een aantal scholen en kindercentra. De tentoonstelling die hij na afloop voor het museum samenstelde, bestond uit het materiaal dat hij tijdens deze tournee verzamelde, aangevuld met een selectie uit de uitgebreide collectie die hij in Zuid-Afrika had opgebouwd. Het is de bedoeling dat het project en het concept blijven rondreizen en dat de collectie steeds wordt uitgebreid met nieuwe portrettenreeksen. En zolang het inhoudelijke en filosofische aspect bewaard blijft, is elke nieuwe aanvulling een verrijking.

Meer informatie: www.faceinthemirror.be




Menu

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen!



[ ADVERTENTIE ]